Eindelijk scoren met mijn team
Een change on the go® verhaal
Cohesie, veiligheid en vertrouwen. Volgens tal van modellen de basis, die in een team op orde moet zijn om samen echt te kunnen scoren. Het klinkt allemaal zo logisch en eenvoudig. De praktijk is echter vele malen weerbarstiger en vergt veel. Niet alleen van een teamleider, maar ook van de teamleden. Iedereen moet aan de bak. Maar hoe doe je dit dan in de praktijk? Waar trek je de grens? Wat hoort erbij? Wat niet? Het volgende praktische voorbeeld, waar ik zelf deelgenot van was, biedt wellicht wat inzichten. De casus betreft een voetbalteam van jongens onder de 14 dat ik samen met nog een vader coachte en trainde. Gedragsoriginele jongeren in de puberteit die vooral bezig waren met zichzelf en de ander en, als ze even niet waren afgeleid, met voetbal. Veel gedoe, dat we er maar niet eruit kregen. Het plezier was dan ook vaak ver te zoeken. We waren een team, maar er was geen teamwork.
De afgelopen zomer bood iedereen de kans om afstaand te nemen en met nieuw elan aan het nieuwe seizoen te beginnen. In het begeleidingsteam hebben wij de tijd benut en gereflecteerd wat ons aandeel hierin is. De samenstelling van het team was in de tussentijd ook veranderd. Een aantal jongens bedankten en aantal nieuwe jongens schoven aan. Al met al een kans om een nieuwe start te maken. We besloten dus om jongens inclusief ouders uit te nodigen voor de aftrap van het seizoen met als doel verwachtingen over een weer uit te spreken, op basis daarvan afspraken af te leiden en wellicht ook de begeleiding van de jongens te intensiveren door nog meer ouders te betrekken.
Tijdens de kick-off meldden zich in totaal vier extra ouders, waardoor we voortaan konden waarborgen dat we met twee trainers op het veld de training konden geven. Dit bleek snel vruchten af te werpen, maar was niet het enige. We hebben ook randvoorwaarden met de ouders en jongens afgestemd om één uur effectief te kunnen trainen. Hierop volgend hebben we een vast trainingsschema gemaakt waarbij we ook rekening hebben gehouden met de wens van de jongens: zo veel mogelijk partijtjes spelen. Dit gaf rust aan de jongens, zoals we snel constateerden. We hoefden niet meer uit te leggen of te verantwoorden waarom we iets wel of niet deden. Ook hebben we afspraken gemaakt hoe we met elkaar omgaan: respectvol en opbouwend. Een belangrijke toevoeging die we hebben kunnen maken is dat iedereen vijftien minuten voor begin van de training aanwezig is, zodat er voldoende ruimte is om te landen: verhalen en ervaringen te delen, te dollen en, op het moment dat de training begint, iedereen ook echt niet alleen fysiek, maar ook mentaal kan instappen. Dit bleek in eerste instantie overdreven, we merkten echter al snel het positieve effect ervan. Na een paar keer herhalen en onder de aandacht te brengen konden we nu eindelijk direct bij begin van de training aan de slag. De eerste winst was al geboekt!
Na twee maanden training en continu herhalen vooraf aan de training, met enige regelmaat de training stil te leggen, de afspraken opnieuw onder de aandacht brengen en de jongens zowel individueel als ook in teamverband op hun rol aan te spreken, de jongens helpen elkaar op de gemaakte afspraken te attenderen, durfden we te stellen dat er een eerste basis gelegd was voor een constructieve omgang met elkaar. Een punt van aandacht bleef de lage opkomst tijdens de trainingen. Vooral twee jongens blonken hierin uit, waarbij de ene ook nog de scherpste tong op het veld had. Aankondigen zoals ‘geen training, geen wedstrijd’ gingen niet echt op, omdat wij dan in de wedstrijden geen wissels meer zouden hebben, maar ook omdat wij inclusiviteit omarmden. Echter merkten we ook dat door de gedoogcultuur van de begeleidingsstaf andere afspraken in geding kwamen en de onderlinge onrust dreigde terug te keren op het veld. We liepen het risico om terug bij af te zijn. Uiteindelijk hebben we toch besloten om ons dilemma te delen met de twee jongens en hun ouders.
Het gesprek was niet prettig. Je zou het liever niet voeren. Het was echter ook niet vervelend. Het was oprecht. En het heeft veel gedaan. Niet alleen met de twee jongens, die hierop volgend weer hun trainingsdiscipline herpakten. Ook met de rest van het team, die langzaam maar zeker doorhadden, dat de afspraken echt nageleefd werden.
Eén week later waren we voor het eerst voltallig bij de training. Feest! Eén jonge maakte nog een flauwe opmerking naar een van de jongens die vaak afwezig was. We hebben hier meteen weer werk van gemaakt, aan de afspraken herinnerd en de jongens geholpen het onderling weer goed te maken. Uiteraard, we moesten en moeten scherp blijven. Alles wat je niet of wel doet, bepaalt heeft invloed op de cultuur binnen het team. We waren echter zeer dankbaar om te zien dat het loonde.
Ik heb me vaker betrapt bij de gedachte om de handdoek in de ring te gooien. Ik gunde de jongens echter de ervaring, dat je er altijd iets van kunt maken. Dat ook een onprettige periode in teamverband op te lossen valt, als je er samen werk van maakt. De erop volgende trainingen konden we een enorme groeicurve observeren bij de jongens. Er werd inzet getoond vanaf het eerste minuut, zowel tijdens de training als ook tijdens de wedstrijden. De jongens konden eindelijk de focus op voetballen leggen. Veel wedstrijden verloren wij nog, echter liet niemand de kop hangen. Ze bleven voetballen, plezier houden. Zij konden zelf zien dat ze elke keer vooruitgang boekten en wisten, net zo goed als wij, dat wij al lang hadden gewonnen.
Ook willen scoren met jouw team? Zorg eerst dat je de basis op orde hebt en focus niet te veel op de doelpunten. Ze horen de logische consequentie te zijn van teamwork.
Lees ook blijven scoren met je team. Meer lezen over team coaching? Of op de hoogte blijven? Meld je aan voor de nieuwsletter of op LinkedIn.